dinsdag 31 december 2013

Luchtspiegelingen en vergezichten


Dit uitzicht op de Leuvehaven zullen we vanuit de kantine van het museum niet meer hebben, al valt er in de komende weken nog zo veel sneeuw. De 'Buffel' is weg en - na bijna een jaar gesloten te zijn geweest - sinds enkele weken gelukkig weer geopend voor publiek in Hellevoetsluis. Wat ervoor in de plaats komt om de lege plek aan de kade op te vullen is nog een open vraag. En dat geldt ook voor de exacte invulling van de identiteit van "het nieuwe Maritiem Museum Rotterdam", dat ontstaan zal uit de fusie tussen het Maritiem Museum en het Havenmuseum. Uiteraard zal er sprake zijn van continuïteit in het beleid - het kind moet natuurlijk niet met het badwater worden weggegooid - maar de integratie van beide instellingen en hun respectievelijke collecties biedt het Maritiem Museum wel kansen om nieuwe accenten te leggen en zich eens te bezinnen op de koers die het de komende jaren zal gaan varen. Waar wil het museum staan in - pakweg - 2025? Moet het zich meer richten op het verleden, of juist meer aanhaken bij de actuele ontwikkelingen in de maritieme wereld? Welke rol zal de Rotterdamse haven tegen die tijd op wereldschaal spelen? Wat verwachten de museumbezoekers over een jaar of vijf? Of tien? Hoe ziet "de bezoeker" er dan uit? Wil het museum met zijn tijd meegaan, dan vallen er nog heel wat vragen te beantwoorden en scenario's te schetsen.

Het Maritiem Museum zal die uitdagingen in het nieuwe jaar met voortvarendheid aangaan. Misschien zal er soms op gegist bestek moeten worden gevaren, maar dat gebeurt dan met de kennis en het vertrouwen die in een museale traditie van bijna honderdveertig jaar (op 15 februari aanstaande!) is opgebouwd.

Volle kracht vooruit - op naar 2014!

dinsdag 17 december 2013

In de kantine moet je zijn!

Volgens lieden die het weten kunnen, brengt een mens gemiddeld één derde van zijn leven door in bed. Maar wat volgens mij nog nooit iemand heeft becijferd, is de totale tijd die een eerzaam werknemer tijdens zijn arbeidzame bestaan besteed aan lunchpauzes. En dan bedoel ik niet de lunchpauzes in mediterrane landen, waar de dagindeling er vaak toch wat anders uitziet dan bij ons, maar “gewoon” in Nederland. Hoewel we in het Maritiem Museum met enige regelmaat “uit de bureaulade eten” (zoals het doorwerken in de lunchpauze wel wordt genoemd), is de kantine op de derde verdieping tussen half een en één uur toch wel het epicentrum van de organisatie te noemen.
Het uitzicht over de Leuvehaven is mooi, maar de kantine zelf maakte met zijn scala van diverse tinten grijs (geen vijftig…) toch wel een redelijk saaie en ongeïnspireerde indruk. Zelfs de gekleurde lampenkappen met bemoedigende kreten – souvenirs aan een teambuilding-bijeenkomst van een aantal jaren geleden – vermochten daar geen verandering in te brengen. Geen wonder dat een opknapbeurt van de kantine met stip bovenaan stond op het lijstje van suggesties, die we mochten indienen voor het besteden van het prijzengeld van de publiekprijs van de Museumnacht. Voorwaarde was, dat het opknappen in eigen tijd en door de medewerkers zelf zou gebeuren.

Afgelopen zondag nam een aantal collega’s de handschoen en het gereedschap op. In een explosie van zelfwerkzaamheid en collegiale bezieling heeft een groepje medewerkers de kantine onder handen genomen. Onvermoede talenten en vaardigheden kwamen aan de oppervlakte; er werd gezaagd en getackt dat het een lust was, kussens werden genaaid en plantenbakken gevuld. Het resultaat mag er zijn: een kantine met sfeervolle hoekjes en zelfs een loungebank met schemerlamp, waar je op je gemak kunt brainstormen over projecten en initiatieven – of waar je gewoon even kunt bijkomen van de verrichte inspanningen.


“In de kantine moet je zijn”, zong wijlen Dorus begin jaren zestig (zoek maar op op Youtube). En zo is het!

donderdag 5 december 2013

Leuvehaven in beeld (6)


Donderdag 5 december, 14.35 uur. Nederland ondergaat de tweede storm van het seizoen. Boven Amsterdam ligt het treinverkeer stil en wie buiten niets te zoeken heeft, blijft binnen. Jongstleden dinsdag hebben we een sessie gehad met collega’s van het Havenmuseum om te brainstormen over de missie van wat we voor het gemak maar “het nieuwe Maritiem Museum Rotterdam” zullen noemen. Een volgende stap in het wederzijds aftasten van de wederzijdse verwachtingen en ambities, die niet altijd naadloos op elkaar blijken aan te sluiten. Toch merk je dat de bijeenkomst van veertien dagen geleden zijn vruchten afwerpt: als je elkaar tegenkomt, wordt er al wat op een lossere manier gegroet dan voorheen.


Zeker als er wat te beleven valt. Gisteren – helaas net een dag te vroeg voor de maandelijkse momentopname – werd de Leuvehaven vereerd met een ongewoon bezoek. Het motorvrachtschip ‘Stadt Heilbronn’ van Reederei Schwaben GmbH uit Heilbronn – über 90 Jahre Dienst am Kunden , zoals op de wand van het stuurhuis staat – leverde een lading af in Rotterdam. Met zijn lengte van 105 meter en zijn breedte van 11.44 meter een “grote jongen” in de Leuvehaven, die een fraai staaltje achteruit inparkeren ten beste gaf. Je loopt er eens langs en je wisselt een paar woorden uit met enkele collega’s van de buren, en dat gaat al wat gemakkelijker dan voorheen. Met wat tijd, wat wederzijds begrip en een forse dosis goede wil wordt het nog wel wat met die samenwerking!

vrijdag 22 november 2013

Nieuwe verkering


Als je net een nieuwe relatie hebt gekregen, of nieuwe buren, ken je dat gevoel: hoe goed kennen we elkaar eigenlijk? Passen we wel bij elkaar? Ook als je al langer buren bent maar de deur niet bij elkaar platloopt, is er diezelfde gedachte. Je kent elkaar wel van gezicht, groet elkaar in het voorbijgaan, maar écht kennen doe je elkaar niet.
Aan de Leuvehaven is dat net zo. En daar zitten we met de omstandigheid dat we al lang buren van elkaar zijn, maar nu voorzichtig aan een relatie gaan beginnen. Want wat voor de buitenwacht niet bekend is (en eigenlijk ook volstrekt irrelevant): het Maritiem Museum Rotterdam en het Havenmuseum zijn twee verschillende musea. Althans: nóg wel; want samenwerken deden we al op tal van terreinen, maar die samenwerking moet in de komende jaren ook worden “geformaliseerd”. Dat betekent dat beide musea binnen enkele jaren één museum worden: het Maritiem Museum Rotterdam.
Buren worden dus collega’s en daarom hadden de beide directies een gezamenlijke bijeenkomst georganiseerd om de medewerkers van beide instellingen de gelegenheid te bieden elkaar wat beter te leren kennen. De bijeenkomst vond plaats in de hal van het Maritiem Museum: “Maritiem uit – altijd lastig”; voor de medewerkers van het Havenmuseum nog niet direct een thuiswedstrijd.

De sfeer was in het begin enigszins afwachtend: de vrijwilligers van het Havenmuseum, sommigen nog in hun werkkleding, keken met een scheef oog naar de baliekluivers van het Maritiem en vice versa. Na een toespraak van de directeuren, waarin de ambities voor de komende jaren werden geschetst en de wil tot samenwerking en integratie werd benadrukt, konden de aanwezigen nader met elkaar kennismaken.
En dat viel niet tegen. Toen het ijs eenmaal gebroken was, werd het best wel gezellig. Persoonlijke achtergronden, ervaringen en liefhebberijen werden uitgewisseld en op die manier kregen beide “bloedgroepen” een aardig beeld van de mens-achter-de-collega.
Er is nog een lange weg te gaan voordat je echt kunt spreken van één gezamenlijk museum, maar de eerste schreden zijn alvast gezet.

En zelfs de meneer die het Maritiem Museum maar niks vond, “omdat ze hier te weinig van de Rotterdamse haven laten zien, terwijl De Haven Rotterdam groot heeft gemaakt”, zal er ook nog wel aan wennen. En als hij het Maritiem Museum ook wat beter van binnenuit leert kennen, zal hij sommige gemaakte keuzes bij de presentatie misschien ook wel beter gaan waarderen.
De tijd zal het leren!

maandag 11 november 2013

Leuvehaven in beeld (5)


Donderdag 7 november, 14.05 uur: bewolkt. De schepen in de Bierhaven zijn getooid met de Nederlandse driekleur. De ‘Dixi’ op de kant van de vorige foto heeft plaatsgemaakt voor een paar blauw-zwart geverfde bouwketen. De watertaxi wacht op klanten. Bij het Lage Licht slalomt een man op een fiets met kinderzitje om de slagboom heen, op weg naar de Kraneschipbrug. Het lijkt of er weinig gebeurt, maar wat je niet op de foto ziet, zijn de voortgaande besprekingen over de nauwere samenwerking tussen Maritiem Museum en Havenmuseum. Het gezamenlijke jaarplan voor 2014 ligt inmiddels bij de Gemeente; binnenkort is er een bijeenkomst, waarbij de medewerkers van de beide instellingen elkaar eens beter kunnen leren kennen. We zijn benieuwd naar onze nieuwe collega’s!


En de volgende ochtend een onverwacht cadeautje: om tien voor acht trekt een grote, laaghangende wolk over de Nieuwe Maas naar het oosten, waarbij De Rotterdam bijna geheel in de mist verdwijnt en de Maastoren uit het niets lijkt op te doemen. Vroeg beginnen is zo slecht nog niet!

woensdag 9 oktober 2013

Sex sells!


Een beroemd Duits dichter heeft eens gezegd dat in Nederland altijd alles vijftig jaar later gebeurt. De afgelopen weken moest ik daar wel eens aan denken als ik door de kantoorvleugel liep. Stapels Playboys op het ene bureau, een fotoalbum met pikante prentbriefkaarten op het andere, rondslingerende boeken met plaatjes die zelfs de meest libertijnse collega’s deden blozen, rondborstig scheepssier in het depot en op de achtergrond de stemmen van zeelieden die over hun erotische avonturen – en vooral die van hun collega’s – vertelden. Een “alles moet kunnen”-sfeer heerste in de burelen, alsof de vrije jaren zestig nu pas bij de Leuvehaven waren gearriveerd.
De opening van Sex and the Sea was aanstaande en dat zouden we weten ook. Jongstleden vrijdag was het zo ver. Een uitverkocht huis was getuige van een indrukwekkende opening, met een bedrogen zeemansvrouw, een modeshow door tweedejaars studenten van de Willem de Kooning-academie, stoere getatoeëerde zeebonken, enkele collega’s in maritieme uitdossing en een paar body painted dames die wel heel in het bijzonder de aandacht trokken. Ongegeneerd kijken mocht, en dat liet het publiek zich geen tweemaal zeggen. Onder de klanken van dj Frau Rosenrot konden de genodigden vervolgens de tentoonstelling bekijken in aanwezigheid van regisseur Peter Greenaway en Saskia Boddeke, het echtpaar dat tekende voor het concept, de samenstelling en de inrichting van de tentoonstelling en voor de filmprojectie die het hart vormt van de expositie.
Naar de enthousiaste reacties te oordelen waren de gasten zeer onder de indruk. Een integer gemaakte tentoonstelling, die er om vraagt om nog eens rustig te worden bekeken. En dat moet u dan maar eens gauw komen doen!


Sex and the Sea by Greenaway/Boddeke is te zien tot en met 19 december 2014. Let op: alleen voor 16 jaar en ouder!
Zie ook de trailer (eveneens alleen voor 16+) op Youtube, te bereiken via de website van het museum.

donderdag 3 oktober 2013

Leuvehaven in beeld (4)


Donderdag 3 oktober, 14.31 uur. Zonnig najaarsweer, dit weekend komt er regen. Als ‘Leienaar’ denk je op 3 oktober altijd weer even aan Leidens Ontzet, dat vandaag weer volop wordt gevierd. In Leiden dan - aan de Leuvehaven is het stil. De ‘Wylde Swan’, gebouwd in 1920 en sinds de verbouwing in 2010 ’s werelds grootste topzeilschoener, is na een kort verblijf in de haven ook weer weg. Het schip kwam jongstleden juli nog in het nieuws, toen de machinist tijdens de Tall Ships Race tijdens een reddingspoging van een ander schip jammerlijk om het leven kwam. Zeilen is niet altijd een pleziertje.
Links gaapt de leegte die de 'Buffel' na vertrek achterliet. De hekjes geven de plaats aan waar de gangways lagen. Ze moeten voorkomen dat iemand te water raakt. Dat gevaar is twee stappen meer naar links of rechts klaarblijkelijk stukken minder groot.
De dokbeurt van de 'Buffel' is inmiddels achter de rug; vandaag of morgen wordt het schip richting Hellevoetsluis gesleept, waar het aanstaande zaterdag rond een uur of twaalf feestelijk zal worden verwelkomd. Net een soort aankomst van Sinterklaas, maar dan alleen 'Pakjesboot 12' - zonder Sint en zonder Pieten.

vrijdag 20 september 2013

Stille aftocht in de morgen

Romantisch als hij soms kan zijn, had yours truly eigenlijk wel verwacht dat de ‘Buffel’ met enig vlagvertoon en onder een koor van stoomfluiten van de afgemeerde schepen de Leuvehaven zou verlaten. Niets was echter minder waar. Vanmorgen in alle vroegte en in het volledige duister ging de ‘Buffel’ door de brug en verliet het schip bijna terloops de haven. Toen ik om half zeven – een mens doet wel eens gekke dingen – bij metrostation Wilhelminaplein bovengronds kwam, passeerde het konvooi net de Erasmusbrug. Op een holletje moest ik de Wilhelminakade af om bij het World Port Center nog net een paar foto’s te kunnen nemen.

Het volledig duistere schip, met een tweede sleepboot achter om verlijeren te voorkomen, schoof als een schim langs de verlichte Maasoever, stroomafwaarts naar zee. Nagestaard door twee watervogels, een fotograaf van het Algemeen Dagblad en ondergetekende. Een mens zou er sentimenteel van worden…

Gezellig uitzwaaien


En toen was z’n plek leeg. Na weken van voorbereiding en enkele dagen van koortsachtige activiteit is de ‘Buffel’ dan toch echt weg. “De dag die je wist dat zou komen is hier”, heet dat tegenwoordig. Gisteren moest het dan allemaal gebeuren en het was eigenlijk best wel gezellig. Het is tenslotte altijd leuk om andere mensen hard aan het werk te zien en hard gewerkt wérd er. Een mobiele kraan takelde de twee gangways op grote diepladers, waarna medewerker TD Leo van de Berg en een kompaan op een pontonnetje, met aan boord een snijbrander, een paar acetyleencilinders én een keukentrapje halsbrekende toeren uithaalden om de harpsluitingen van de kettingen en de uithouders door te branden.

Dat alles onder het toeziend oog van een aantal deskundige Rotterdammers, die geen gelegenheid onbenut lieten om gevraagd – en vooral ongevraagd – luidkeels adviezen te geven over hoe het allemaal (nog) beter georganiseerd had kunnen worden.
Uiteraard was ook Frits aanwezig, de huidige directeur, die op de kop af vierdendertig jaar en negentien dagen nadat zijn verre voorganger Pieter van Empelen de landvast om de bolder had gelegd, toezag op een ordelijke afvaart.
Rond een uur of half vier was het dan zover: de ‘Buffel’ dreef geheel vrij in het water; twee sleepboten van het Havenmuseum waren aan voor- en achterzijde vastgemaakt en de eerste fase van de tocht kon beginnen.

Dat werd nog best spannend, want na de doorgang door de Kraneschipbrug lag de ‘Buffel’ diagonaal en werd de ruimte tussen het schip en de Wijnkade wel erg smal – tot grote schrik van de opvarenden van de daar afgemeerde schepen. De ‘Buffel’ nam alleen een paar boomtakken mee, maar verder liep het goed af.

Een paar honderd meter verderop was de eerste etappe ten einde en werd de ‘Buffel’ afgemeerd achter het Inntel.
Nu was het wachten op het juiste moment om door de Leuvehavenbrug te gaan, voor de reis naar de werf. Nog één nachtje slapen…

dinsdag 17 september 2013

Een memorabele opening


Het is toch werkelijk de goden verzoeken om een tentoonstelling “TE WATER!” te noemen en die in de herfst in de open lucht te openen. Daar zijn ze inmiddels in Krimpen aan den IJssel ook achter. Jongstleden donderdag werd in Streekmuseum Krimpenerwaard een expositie geopend over de geschiedenis van de scheepsbouw in Krimpen aan den IJssel. Krimpen kent een rijke traditie op het gebied van de scheepsbouw, van kleine vletjes en aken tot aan grote zeegaande schepen. Met de sluiting van de scheepswerf Van der Giessen de Noord in 2003 dreigde dit hoofdstuk in de plaatselijke geschiedenis bijna te worden afgesloten, maar sinds de heropening van de werf in 2006 onder de vlag van IHC Merwede blaast Krimpen aan den IJssel zijn partij op scheepsbouwkundig gebied weer dapper mee.
Redenen te over dus voor de Historische Kring Krimpen om samen met Streekmuseum Krimpenerwaard een tentoonstelling te organiseren over dit onderwerp. Het Maritiem Museum Rotterdam was uiteraard bereid om een aantal modellen en andere realia in bruikleen af te staan en onze vrijwilliger en oud-Van der Giessen-medewerker Joop de Haas, die nauw bij de voorbereidingen betrokken was, hield ons regelmatig op de hoogte van de vorderingen.

De opening van de expositie had zo veel belangstellenden getrokken dat de ontvangst en toespraken in de open lucht op het erf van de museumboerderij werden gehouden. Dat ging goed, tót het ogenblik dat de nog levende, maar hoogbejaarde nazaten van de Krimpense scheepsbouwers de openingshandeling zouden verrichten. De lucht betrok en terwijl een vertegenwoordigster van de Kunstkring Krimpen welgemoed aan haar toespraak begon, kwam de regen met bakken uit de hemel. De bui regende helemaal leeg, waarmee ook het hele gezelschap letterlijk "te water" ging. Binnen enkele ogenblikken was het bmuseumerf verlaten en zochten de gasten een veilig heenkomen onder de partytent, onder de overstek van de hooiberg en in de boerenschuur. De directrice van het museum liet zich niet kennen en ging rond met een dienblad met glazen, om toch eenieder van een drankje te voorzien. Het was de eerste keer dat ik de glazen voller terug zag gaan dan ze waren gekomen…

De tentoonstelling TE WATER! loopt tot en met zaterdag 16 november in Streekmuseum Krimpenerwaard, IJsseldijk 312, in Krimpen aan den IJssel. Ga vooral kijken, het museum is beslist de moeite waard. En neem vooral uw paraplu mee!

Meer weten? www.streekmuseumkrimpenerwaard.nl en www.historischekringkrimpen.nl

donderdag 12 september 2013

Leuvehaven in beeld (3)

Vrijdag 6 september (wegens verplichtingen elders op donderdag), 14.36 uur. De lucht betrekt - verandering van weer na een aantal zomerse dagen. Rotterdam maakte zich op voor de 36ste editie van de Wereldhavendagen. Langs de Leuvehaven is het nog rustig; zaterdag en zondag vindt hier het Havenfestival plaats. De schepen langs de steigers zijn al gepavoiseerd. Een medewerker van het Havenmuseum sluit de toegangsdeur van het Lage Licht af. Het anker naast de gangway van de ‘Buffel’, vorig jaar bij wijze van protest tegen de voorgenomen bezuinigingen door de medewerkers van het Havenmuseum tijdelijk voor het stadhuis gedeponeerd, is inmiddels weer zwart geschilderd. Staat toch een stuk beter dan oranje…

woensdag 11 september 2013

Leuvehaven in beeld (2)


Gelijk maar gehoor gegeven aan Rinskes verzoek en de daad bij het woord gevoegd: bovenstaande foto dateert van 1 augustus jongstleden, 14.35 uur. Hoogzomer in Rotterdam, een enkeling waagt zich in de hitte op straat. Een toerist fotografeert het Lage Licht. Een beurtscheepje meert af in de Bierhaven. Über allen Gipfeln ist Ruh...

dinsdag 10 september 2013

Leuvehaven in beeld (1)


Projectleider Rinske mailde me vorige maand dat ze aan me had gedacht. Nee, niet wat u als lezer van dit blog mocht denken - strikt in zakelijk opzicht. Mijn naam kwam bij haar op toen ze zich iets realiseerde waar de meesten van ons eigenlijk liever niet zo bij stilstaan, namelijk dat er de komende jaren door de krappere financiële “jas” van het museum een hoop gaat veranderen rond de Leuvehaven. Het onafwendbare vertrek van de ‘Buffel’ naar Hellevoetsluis – Breaking news: in de tweede helft van september – is daar een zichtbaar voorbeeld van. Maar ook de intensieve gesprekken die met het Havenmuseum worden gevoerd over nauwere samenwerking beginnen hun schaduw vooruit te werpen. Welke gevolgen de samenwerking tussen de beide musea en de krappere financiële middelen voor het varend erfgoed in de Leuvehaven zullen hebben, weet nog geen mens. Maar de lege plek die de ‘Buffel’ zal achterlaten zal toch in ieder geval moeten worden opgevuld. En bij die verandering zal het waarschijnlijk niet blijven.

Er is geen betere plek om die ontwikkelingen gade te slaan dan de kantine van het museum. En zo kwam ik bij Rinske in beeld. Haar idee was om de komende maanden op vaste tijden de Leuvehaven met zijn drijvend maritiem erfgoed te laten fotograferen en daarbij de tijd en de ontwikkelingen hun werk te laten doen. En of ik, als self-proclaimed huisfotograaf, er wat voor voelde om die serie te maken.

Het staat al gemarkeerd in mijn agenda: elke eerste donderdag van de maand, rond een uur of half drie. Dan is de zon over haar hoogste punt heen en is het 's winters nog niet donker. Eens kijken of het valt vol te houden – en vooral: eens kijken wanneer de eerste veranderingen zich voordoen. "De haven van Rotterdam is vol dynamiek", hoor je altijd zeggen. We zullen zien of dat ook voor de Leuvehaven opgaat!

dinsdag 3 september 2013

Ontzamelen anno 1922


Niet alleen museumvoorwerpen hebben zo hun verhalen, ook het museum als instituut heeft van die hoofdstukken waaraan het waarschijnlijk liever niet wordt herinnerd. Wat te denken van de volgende gebeurtenis van meer dan negentig jaar terug, ontleend aan een beschrijving op een oude inventariskaart van het ijzeren kanon van het schip ‘De Haan’?
”Dit kanon is afkomstig van het in 1640 in Brassy Sound, slaande tegen de Duinkerkers, ondergegane Hollandsche oorlogsschip “de Haen”. Het stuk is van ijzer en van groot gewicht en afmeting en nogal verminkt; een der tappen is b.v.b. geheel weggeroest. Omdat het – zoo vermeldt het Jaarverslag – voortdurend dikke druppels bruine pekel zweette, heeft men het destijds begraven in den tuin van het M.M.”
Zo’n vermelding maakt nieuwsgierig. Je pakt het Verslag omtrent den toestand van het Museum voor Land- en Volkenkunde en van het Maritiem Museum “Prins Hendrik” te Rotterdam over het jaar 1922 uit de kast en daar staat het in, op pagina 15, sub 2:
“Het stuk, tegen verwachting van ijzer en van formidabel gewicht en afmeting en daardoor op een derde verdieping een eenigszins onhandig museumstuk, was nogal zwaar verminkt, zoo was b.v. een der tappen geheel weggeroest. De omstandigheid dat het voortdurend over de geheele lengte dikke droppels bruine pekel zweette, was oorzaak dat het ook in de vestibule met den besten wil geen plaats kon behouden.”

Je doet je ogen dicht, laat je verbeelding de vrije loop en je ziet zo maar het tafereeltje voor je. De directeur van het Maritiem Museum en Volkenkundig Museum, J.W. van Nouhuys – oud-marineofficier – enigszins ongeduldig en licht geïrriteerd heen en weer ijsberend door de hal van het museum, terwijl enkele medewerkers hulpeloos naast het kanon staan, in afwachting van wat komen gaat. Dikke druppels pekel laten bruine vlekken achter op het marmer van de vloer; een hulpvaardige hand heeft al geprobeerd ze weg te poetsen en het effect daarmee alleen maar verergerd. Van Nouhuys werpt tijdens het ijsberen nijdige blikken op het stuk oud roest, dat sinds enige tijd tot de collectie van zijn museum behoort. Sinds de schenking heeft het alleen maar narigheid opgeleverd. Het was slechts van ijzer, niet eens van brons; het was al te groot om over de trappen naar de derde verdieping te worden gebracht, waar het eigenlijk thuis hoorde. Uit arren moede moest het daarom maar in de hal van het museum worden opgesteld. En nu dít weer…

Uiteindelijk hakt Van Nouhuys de knoop door: hij geeft orders een kuil te graven in de tuin achter het museum en het kanon daar in te deponeren. Daar kan het blijven liggen totdat iemand met een briljante suggestie komt voor een oplossing van het probleem. En tot die tijd maar hopen dat er niet een vertegenwoordiger van de schenkers komt kijken wat er met het door hen geschonken kanon is gedaan, want dan valt er heel wat uit te leggen.

Nogmaals: de bovenstaande scène is slechts fantasie – behalve het eind van het verhaal. Want zó gebeurt het: het kanon wordt in de tuin begraven en verdwijnt daarmee uit het zicht – en uit het collectieve geheugen van het museum. De beschrijvingen in het jaarverslag over 1922 en op de inventariskaart blijven achter als stille getuigen. De geschiedenis vermeldt niet of het kanon bij de splitsing van het Maritiem Museum en het Volkenkundig Museum in 1948 alsnog is opgegraven. Het is dus heel goed mogelijk dat het nog steeds in de tuin van het huidige Wereldmuseum ligt…

dinsdag 30 juli 2013

Groeten uit Papenburg


Of je ze mooi vindt of niet is een kwestie van smaak. Zelf ben ik van mening dat er veel mooiere schepen zijn gebouwd, maar imposant zijn ze wél: de cruiseschepen van tegenwoordig. Drijvende flatgebouwen met onafzienbare rijen balkons, een scherpe boeg, een brug die zo breed is dat-ie zó naast de Erasmusbrug over de Nieuwe Maas kan worden gelegd, schoorstenen die onwillekeurig aan iets anders doen denken en in de regel van stapel gelopen in Italië of in aan de oostkust van Azië.
Hoewel – niet allemaal. Een van de grootste leveranciers van nieuwe cruiseschepen is gevestigd in Papenburg, maar liefst vijftig kilometer stroomopwaarts langs de Eems in Noord-Duitsland. Ga ter hoogte van Nieuweschans de grens over en na een twintig minuten rijden sta je bij de Meyerwerft, voluit Jos.L. Meyer GmbH, opgericht in 1795 en voor de zesde achtereenvolgende generatie in familiebezit.
Je kijkt je ogen uit. Net als bij de werf van IHC in Krimpen aan den IJssel (voorheen Van der Giessen de Noord) worden de schepen daar niet op de helling gebouwd, maar in een overdekte hal. Alleen de schaal is wat groter: waar de loods van IHC met een lengte van 265 meter, een breedte van 97 meter en een hoogte van 52 meter al niet bepaald klein te noemen is, haalt Halle 6 van de Meyerwerft een lengte van meer dan 500 meter, een breedte van 125 meter en een hoogte van 75 meter. Eat your heart out, Wim Quist!
De schepen worden op de werf in segmenten gebouwd, die vervolgens in een van de twee overdekte dokken worden geassembleerd. Zodra een schip haar voltooiing nadert, beginnen ze alvast aan het volgende. Als het schip bijna klaar is, worden de sluizen van het dok geopend en wordt het schip door de enorme schuifdeur aan de kopse kant van het dok naar buiten getrokken. Na een korte periode aan de afbouwkade begint het schip met de achterzijde naar voren – want dat manoeuvreert gemakkelijker – aan zijn eerste reis: de Eems af, richting de Noordzee.

Sinds 1986 heeft de Meyerwerft al meer dan vijfendertig cruiseschepen gebouwd en de orderportefeuille zit inmiddels vol tot en met 2017, waarmee het aantal op ruim veertig schepen komt. Dat zijn heel wat bedden – de hutten bouwen ze overigens ook bij een zelfstandig dochterbedrijf even verderop. Zo’n hut assembleren kost maar vijfentwintig minuten en ze worden kant en klaar het casco binnengeschoven en afgemonteerd.
Het eerste cruiseschip dat de werf bouwde, de ‘Homeric’, werd overigens nog op de “normale” manier in de open lucht gebouwd en te water gelaten. Niet van een langshelling, want daarvoor bood de Eems te weinig breedte, maar van een dwarshelling. De ‘Homeric’ was met een lengte van tweehonderd meter het grootste schip dat ooit van een dwarshelling van stapel liep. Enkele jaren later kwam het schip weer terug in Papenburg, maar nu als de ‘Westerdam’ van de Holland-Amerika Lijn, om met nog eens veertig meter te worden verlengd.

En nu ligt de ‘Norwegian Getaway’ in het bouwdok. In oktober is ze klaar, om onder de ogen van vele duizenden belangstellenden Halle 6 te verlaten en de eerste mijlen te varen op een manier die voor een zeegaand schip ongebruikelijk kan worden genoemd: op binnenwateren en achterste voren.
Of we dan weer naar Papenburg gaan om het mee te maken, staat nog te bezien. In ieder geval hadden we na afloop van ons bezoek aan de werf geluk: we waren bij toeval getuige van een tewaterlating – al was het dan op bescheiden schaal…


Meer weten over de Meyerwerft? Zie: www.meyerwerft.de of ga zelf eens een kijkje nemen. Het geven van rondleidingen lijkt de tweede kernactiviteit van de werf te zijn. Beslist de moeite waard en de obligate grapjes van de gidsen – die overigens uitstekend Duits spreken maar niet meer dan dát – neem je graag voor lief.

vrijdag 12 juli 2013

Luchtfietserij (2)


Inmiddels kan een ontkennend antwoord worden gegeven op de vraag waarmee het vorige blog werd besloten. Gisterochtend waren de werkzaamheden op de hoek van het museumgebouw zo ver gevorderd, dat de gegraven sleuf kon worden dichtgegooid en de bestrating weer kon worden hersteld. Maar de fiets bleef hangen. ’s Avonds fungeerde hij nog als kapstok voor een vergeten veiligheidshelm, maar vanochtend was ook die verdwenen en restte alleen nog maar de fiets, als een soort objet trouvé op ruim anderhalve meter boven het plaveisel. Je hoeft echt geen Joep van Lieshout te heten om een landmark op het Churchillplein achter te laten!

vrijdag 28 juni 2013

Luchtfietserij


Op de hoek van de Blaak en de Schiedamsedijk, bij de punt van de gelijkzijdige driehoek die gevormd wordt door de plattegrond van het Maritiem Museum, staat een lantaarnpaal. Vaak staan daar van die reclameborden omheen, die een van de vele Rotterdamse evenementen aankondigen. Sinds een maand of wat wordt de lantaarnpaal gebruikt als ankerplaats voor een fiets. Een onbekende bezitter heeft zijn rijwiel in het holst van de nacht met een stevig kabelslot aan de paal vastgemaakt en een knappe jongen die hem los krijgt.
Een praktische oplossing, die onbedoeld een ander met een probleem opzadelt. Want wat doe je als dienst Gemeentewerken als je het trottoir moet openbreken om een paar kabels en leidingen in de grond te stoppen en die fiets staat in de weg? Je kunt het slot met een betonschaar proberen open te knippen, maar dan zit je met die fiets in je maag. Geheel in Rotterdamse geest is voor een praktische oplossing gekozen. De fiets hangt nu vastgetaped aan zijn kabelslot op anderhalve meter hoogte in de lantaarnpaal, netjes uit de weg.

Toch benieuwd of-ie na afloop van de werkzaamheden weer op zijn plaats wordt teruggezet…

dinsdag 7 mei 2013

Koningslied of The Sound of Music?


Wie op 30 april voor de televisie zat om naar de inhuldiging van de nieuwe vorst te kijken, kreeg ’s avonds de boodschap onophoudelijk ingehamerd: een nationaal feest is per definitie een maritiem feest. André Rieu, die het koningsbal opent met Piet Hein zijn naam is klein en natuurlijk de Koningsvaart, die maritieme apotheose van een dag die ’s ochtends vroeg al begon met 101 saluutschoten van (toen nog) Hare Majesteits ‘Evertsen’ op het IJ. Het was weer voor iedereen duidelijk: Nederland ontleent zijn identiteit voor een groot deel aan zijn haat-liefde verhouding met het water.

Die maritieme identiteit staat ook centraal in alweer het zesde gezamenlijke jaarboek dat eind dit jaar door het Scheepvaartmuseum Amsterdam en het Maritiem Museum Rotterdam wordt uitgebracht. Een definitieve titel moet nog worden verzonnen, maar de centrale vraag is inmiddels geformuleerd: “In hoeverre en op welke wijze komt de Nederlandse identiteit terug in maritieme feesten en vermaak aan boord?”, of anders gezegd: “In hoeverre (op welke wijze) dragen maritieme feesten en maritiem vermaak aan boord bij aan de ontwikkeling of bestendiging van de nationale identiteit?”
Zo’n vraagstelling is stevige kost en er is lang over gediscussieerd voordat-ie uiteindelijk op papier stond. Inmiddels zijn de eerste versies van de artikelen bij de redactie gearriveerd en worden de contouren van het boek duidelijk. Herdenkingen van grote zeehelden, spiegelgevechten op het IJ in de zeventiende eeuw, de Toppers op een maritieme zegewagen in de Amsterdam Arena – allemaal maritiem spektakel, bedoeld om een bepaald wij-gevoel te kweken. Ook de spelletjes en spelen aan boord komen uitgebreid aan bod, waarmee een stukje vaderlandse bodem en vaderlandse tradities op zee levend worden gehouden in verre streken. Al met al een gemêleerd aanbod aan bijdragen, waarin de maritieme symboliek als ondersteuning van de Nederlandse identiteit centraal staat. In november verschijnt het boek – mét een pakkende titel!

En over symboliek gesproken: vond u, kijkend naar de Koningsvaart op het IJ, de overeenkomst tussen het Koninklijk Gezin en de vluchtende familie Von Trapp uit the Sound of Music ook zo frappant? Het Republikeins Genootschap kan daar nog heel wat moed uit putten voor de toekomst…

maandag 22 april 2013

Werk aan de winkel


Wie mocht denken dat er nu helemaal niets meer aan boord van de ‘Buffel’ te doen is, komt bedrogen uit. De maandag na de sluiting was het gelijk al een drukte van belang. Er moest worden opgeruimd, allerlei dingen moeten worden vastgezet, vastgesjord of gezekerd voor de overtocht en de modellen en andere museumobjecten moeten tijdelijk van boord worden gehaald totdat het schip op zijn nieuwe ligplaats in Hellevoetsluis is afgemeerd.

Het schip zal eerst bij een Rotterdamse werf een dokbeurt ondergaan. Daarbij wordt de romp “geknipt en geschoren”: alle vuil en aangroeisel die zich in de loop van de jaren onder de waterlijn op de romp hebben vastgezet, zal worden verwijderd. Ook moet de romp in zijn geheel worden geïnspecteerd, want het gebeurt niet zo vaak dat je er bij kunt zonder een duikerpak aan te hoeven trekken.

Het gehele interieur moet in vele tientallen foto’s worden vastgelegd, zodat voor de bruikleengever – het Maritiem Museum – en de bruikleennemer – de nieuw opgerichte beheersstichting – duidelijk vastligt welke spullen zich precies aan boord bevinden en op welke locatie. Dat is met alle losse spulletjes in de officiershutten, de longroom en de werkplaats nogal een klus.

Het afscheid wordt ongewild gerekt, omdat het allemaal langer duurt dan voorzien voordat de kade in Hellevoetsluis gereed is om het schip te ontvangen. Daarom ligt de ‘Buffel’ nog steeds bij het Maritiem afgemeerd. Het gewone onderhoud loopt dus ook door en de technische dienst is de afgelopen tijd dan ook bezig geweest met het opnieuw in de verf zetten van de romp en de schoorsteen. Want al laten we de ‘Buffel’ met bloedend hart naar Hellevoetsluis vertrekken: ze blijft toch een beetje van ons en we blijven er wél zuinig op!