vrijdag 20 september 2013

Stille aftocht in de morgen

Romantisch als hij soms kan zijn, had yours truly eigenlijk wel verwacht dat de ‘Buffel’ met enig vlagvertoon en onder een koor van stoomfluiten van de afgemeerde schepen de Leuvehaven zou verlaten. Niets was echter minder waar. Vanmorgen in alle vroegte en in het volledige duister ging de ‘Buffel’ door de brug en verliet het schip bijna terloops de haven. Toen ik om half zeven – een mens doet wel eens gekke dingen – bij metrostation Wilhelminaplein bovengronds kwam, passeerde het konvooi net de Erasmusbrug. Op een holletje moest ik de Wilhelminakade af om bij het World Port Center nog net een paar foto’s te kunnen nemen.

Het volledig duistere schip, met een tweede sleepboot achter om verlijeren te voorkomen, schoof als een schim langs de verlichte Maasoever, stroomafwaarts naar zee. Nagestaard door twee watervogels, een fotograaf van het Algemeen Dagblad en ondergetekende. Een mens zou er sentimenteel van worden…

Gezellig uitzwaaien


En toen was z’n plek leeg. Na weken van voorbereiding en enkele dagen van koortsachtige activiteit is de ‘Buffel’ dan toch echt weg. “De dag die je wist dat zou komen is hier”, heet dat tegenwoordig. Gisteren moest het dan allemaal gebeuren en het was eigenlijk best wel gezellig. Het is tenslotte altijd leuk om andere mensen hard aan het werk te zien en hard gewerkt wérd er. Een mobiele kraan takelde de twee gangways op grote diepladers, waarna medewerker TD Leo van de Berg en een kompaan op een pontonnetje, met aan boord een snijbrander, een paar acetyleencilinders én een keukentrapje halsbrekende toeren uithaalden om de harpsluitingen van de kettingen en de uithouders door te branden.

Dat alles onder het toeziend oog van een aantal deskundige Rotterdammers, die geen gelegenheid onbenut lieten om gevraagd – en vooral ongevraagd – luidkeels adviezen te geven over hoe het allemaal (nog) beter georganiseerd had kunnen worden.
Uiteraard was ook Frits aanwezig, de huidige directeur, die op de kop af vierdendertig jaar en negentien dagen nadat zijn verre voorganger Pieter van Empelen de landvast om de bolder had gelegd, toezag op een ordelijke afvaart.
Rond een uur of half vier was het dan zover: de ‘Buffel’ dreef geheel vrij in het water; twee sleepboten van het Havenmuseum waren aan voor- en achterzijde vastgemaakt en de eerste fase van de tocht kon beginnen.

Dat werd nog best spannend, want na de doorgang door de Kraneschipbrug lag de ‘Buffel’ diagonaal en werd de ruimte tussen het schip en de Wijnkade wel erg smal – tot grote schrik van de opvarenden van de daar afgemeerde schepen. De ‘Buffel’ nam alleen een paar boomtakken mee, maar verder liep het goed af.

Een paar honderd meter verderop was de eerste etappe ten einde en werd de ‘Buffel’ afgemeerd achter het Inntel.
Nu was het wachten op het juiste moment om door de Leuvehavenbrug te gaan, voor de reis naar de werf. Nog één nachtje slapen…

dinsdag 17 september 2013

Een memorabele opening


Het is toch werkelijk de goden verzoeken om een tentoonstelling “TE WATER!” te noemen en die in de herfst in de open lucht te openen. Daar zijn ze inmiddels in Krimpen aan den IJssel ook achter. Jongstleden donderdag werd in Streekmuseum Krimpenerwaard een expositie geopend over de geschiedenis van de scheepsbouw in Krimpen aan den IJssel. Krimpen kent een rijke traditie op het gebied van de scheepsbouw, van kleine vletjes en aken tot aan grote zeegaande schepen. Met de sluiting van de scheepswerf Van der Giessen de Noord in 2003 dreigde dit hoofdstuk in de plaatselijke geschiedenis bijna te worden afgesloten, maar sinds de heropening van de werf in 2006 onder de vlag van IHC Merwede blaast Krimpen aan den IJssel zijn partij op scheepsbouwkundig gebied weer dapper mee.
Redenen te over dus voor de Historische Kring Krimpen om samen met Streekmuseum Krimpenerwaard een tentoonstelling te organiseren over dit onderwerp. Het Maritiem Museum Rotterdam was uiteraard bereid om een aantal modellen en andere realia in bruikleen af te staan en onze vrijwilliger en oud-Van der Giessen-medewerker Joop de Haas, die nauw bij de voorbereidingen betrokken was, hield ons regelmatig op de hoogte van de vorderingen.

De opening van de expositie had zo veel belangstellenden getrokken dat de ontvangst en toespraken in de open lucht op het erf van de museumboerderij werden gehouden. Dat ging goed, tót het ogenblik dat de nog levende, maar hoogbejaarde nazaten van de Krimpense scheepsbouwers de openingshandeling zouden verrichten. De lucht betrok en terwijl een vertegenwoordigster van de Kunstkring Krimpen welgemoed aan haar toespraak begon, kwam de regen met bakken uit de hemel. De bui regende helemaal leeg, waarmee ook het hele gezelschap letterlijk "te water" ging. Binnen enkele ogenblikken was het bmuseumerf verlaten en zochten de gasten een veilig heenkomen onder de partytent, onder de overstek van de hooiberg en in de boerenschuur. De directrice van het museum liet zich niet kennen en ging rond met een dienblad met glazen, om toch eenieder van een drankje te voorzien. Het was de eerste keer dat ik de glazen voller terug zag gaan dan ze waren gekomen…

De tentoonstelling TE WATER! loopt tot en met zaterdag 16 november in Streekmuseum Krimpenerwaard, IJsseldijk 312, in Krimpen aan den IJssel. Ga vooral kijken, het museum is beslist de moeite waard. En neem vooral uw paraplu mee!

Meer weten? www.streekmuseumkrimpenerwaard.nl en www.historischekringkrimpen.nl

donderdag 12 september 2013

Leuvehaven in beeld (3)

Vrijdag 6 september (wegens verplichtingen elders op donderdag), 14.36 uur. De lucht betrekt - verandering van weer na een aantal zomerse dagen. Rotterdam maakte zich op voor de 36ste editie van de Wereldhavendagen. Langs de Leuvehaven is het nog rustig; zaterdag en zondag vindt hier het Havenfestival plaats. De schepen langs de steigers zijn al gepavoiseerd. Een medewerker van het Havenmuseum sluit de toegangsdeur van het Lage Licht af. Het anker naast de gangway van de ‘Buffel’, vorig jaar bij wijze van protest tegen de voorgenomen bezuinigingen door de medewerkers van het Havenmuseum tijdelijk voor het stadhuis gedeponeerd, is inmiddels weer zwart geschilderd. Staat toch een stuk beter dan oranje…

woensdag 11 september 2013

Leuvehaven in beeld (2)


Gelijk maar gehoor gegeven aan Rinskes verzoek en de daad bij het woord gevoegd: bovenstaande foto dateert van 1 augustus jongstleden, 14.35 uur. Hoogzomer in Rotterdam, een enkeling waagt zich in de hitte op straat. Een toerist fotografeert het Lage Licht. Een beurtscheepje meert af in de Bierhaven. Über allen Gipfeln ist Ruh...

dinsdag 10 september 2013

Leuvehaven in beeld (1)


Projectleider Rinske mailde me vorige maand dat ze aan me had gedacht. Nee, niet wat u als lezer van dit blog mocht denken - strikt in zakelijk opzicht. Mijn naam kwam bij haar op toen ze zich iets realiseerde waar de meesten van ons eigenlijk liever niet zo bij stilstaan, namelijk dat er de komende jaren door de krappere financiële “jas” van het museum een hoop gaat veranderen rond de Leuvehaven. Het onafwendbare vertrek van de ‘Buffel’ naar Hellevoetsluis – Breaking news: in de tweede helft van september – is daar een zichtbaar voorbeeld van. Maar ook de intensieve gesprekken die met het Havenmuseum worden gevoerd over nauwere samenwerking beginnen hun schaduw vooruit te werpen. Welke gevolgen de samenwerking tussen de beide musea en de krappere financiële middelen voor het varend erfgoed in de Leuvehaven zullen hebben, weet nog geen mens. Maar de lege plek die de ‘Buffel’ zal achterlaten zal toch in ieder geval moeten worden opgevuld. En bij die verandering zal het waarschijnlijk niet blijven.

Er is geen betere plek om die ontwikkelingen gade te slaan dan de kantine van het museum. En zo kwam ik bij Rinske in beeld. Haar idee was om de komende maanden op vaste tijden de Leuvehaven met zijn drijvend maritiem erfgoed te laten fotograferen en daarbij de tijd en de ontwikkelingen hun werk te laten doen. En of ik, als self-proclaimed huisfotograaf, er wat voor voelde om die serie te maken.

Het staat al gemarkeerd in mijn agenda: elke eerste donderdag van de maand, rond een uur of half drie. Dan is de zon over haar hoogste punt heen en is het 's winters nog niet donker. Eens kijken of het valt vol te houden – en vooral: eens kijken wanneer de eerste veranderingen zich voordoen. "De haven van Rotterdam is vol dynamiek", hoor je altijd zeggen. We zullen zien of dat ook voor de Leuvehaven opgaat!

dinsdag 3 september 2013

Ontzamelen anno 1922


Niet alleen museumvoorwerpen hebben zo hun verhalen, ook het museum als instituut heeft van die hoofdstukken waaraan het waarschijnlijk liever niet wordt herinnerd. Wat te denken van de volgende gebeurtenis van meer dan negentig jaar terug, ontleend aan een beschrijving op een oude inventariskaart van het ijzeren kanon van het schip ‘De Haan’?
”Dit kanon is afkomstig van het in 1640 in Brassy Sound, slaande tegen de Duinkerkers, ondergegane Hollandsche oorlogsschip “de Haen”. Het stuk is van ijzer en van groot gewicht en afmeting en nogal verminkt; een der tappen is b.v.b. geheel weggeroest. Omdat het – zoo vermeldt het Jaarverslag – voortdurend dikke druppels bruine pekel zweette, heeft men het destijds begraven in den tuin van het M.M.”
Zo’n vermelding maakt nieuwsgierig. Je pakt het Verslag omtrent den toestand van het Museum voor Land- en Volkenkunde en van het Maritiem Museum “Prins Hendrik” te Rotterdam over het jaar 1922 uit de kast en daar staat het in, op pagina 15, sub 2:
“Het stuk, tegen verwachting van ijzer en van formidabel gewicht en afmeting en daardoor op een derde verdieping een eenigszins onhandig museumstuk, was nogal zwaar verminkt, zoo was b.v. een der tappen geheel weggeroest. De omstandigheid dat het voortdurend over de geheele lengte dikke droppels bruine pekel zweette, was oorzaak dat het ook in de vestibule met den besten wil geen plaats kon behouden.”

Je doet je ogen dicht, laat je verbeelding de vrije loop en je ziet zo maar het tafereeltje voor je. De directeur van het Maritiem Museum en Volkenkundig Museum, J.W. van Nouhuys – oud-marineofficier – enigszins ongeduldig en licht geïrriteerd heen en weer ijsberend door de hal van het museum, terwijl enkele medewerkers hulpeloos naast het kanon staan, in afwachting van wat komen gaat. Dikke druppels pekel laten bruine vlekken achter op het marmer van de vloer; een hulpvaardige hand heeft al geprobeerd ze weg te poetsen en het effect daarmee alleen maar verergerd. Van Nouhuys werpt tijdens het ijsberen nijdige blikken op het stuk oud roest, dat sinds enige tijd tot de collectie van zijn museum behoort. Sinds de schenking heeft het alleen maar narigheid opgeleverd. Het was slechts van ijzer, niet eens van brons; het was al te groot om over de trappen naar de derde verdieping te worden gebracht, waar het eigenlijk thuis hoorde. Uit arren moede moest het daarom maar in de hal van het museum worden opgesteld. En nu dít weer…

Uiteindelijk hakt Van Nouhuys de knoop door: hij geeft orders een kuil te graven in de tuin achter het museum en het kanon daar in te deponeren. Daar kan het blijven liggen totdat iemand met een briljante suggestie komt voor een oplossing van het probleem. En tot die tijd maar hopen dat er niet een vertegenwoordiger van de schenkers komt kijken wat er met het door hen geschonken kanon is gedaan, want dan valt er heel wat uit te leggen.

Nogmaals: de bovenstaande scène is slechts fantasie – behalve het eind van het verhaal. Want zó gebeurt het: het kanon wordt in de tuin begraven en verdwijnt daarmee uit het zicht – en uit het collectieve geheugen van het museum. De beschrijvingen in het jaarverslag over 1922 en op de inventariskaart blijven achter als stille getuigen. De geschiedenis vermeldt niet of het kanon bij de splitsing van het Maritiem Museum en het Volkenkundig Museum in 1948 alsnog is opgegraven. Het is dus heel goed mogelijk dat het nog steeds in de tuin van het huidige Wereldmuseum ligt…