Jongstleden maandag woonde ik in het Centraal Museum te Utrecht een studiedag over calamiteitenpreventie in musea bij. Stof tot nadenken en het nadenken leidt op zijn beurt weer tot slapeloze nachten. Wat moet je doen als de waterleiding springt? Als er brand uitbreekt? Als de klimaatinstallatie op hol slaat? Wie bel je het eerst? Welk object moet per se het eerst worden veiliggesteld? Waarom dat andere object niet? Hoe breng je een scheepsmodel naar beneden als de lift het niet doet? Hoe breng je überhaupt iets naar beneden als de lift het niet doet?
Wat doe je met bezoekers? En met de pers? "Questions, Questions, Questions, flooding into the mind of the concerned young person today", verzuchtte Frank Zappa al (‘Call any vegetable’, op Just another band from LA – een oudje, maar een aanrader!). Een calamiteit heeft vele kanten, dat bleek in Utrecht eens te meer. Uiteraard is het voorkomen van calamiteiten het belangrijkste, maar een snelle, efficiënte en goed getrainde procedure om de schade te beperken is onontbeerlijk. En daarbij moet het niet alleen bij papieren plannen blijven, maar moet er met en door de betrokken medewerkers regelmatig worden geoefend. Bij een ramp heeft niemand de tijd om het calamiteitenplan er nog eens rustig op na te slaan.
Het is goed om stil te staan bij de mogelijkheid dat een calamiteit ook je eigen museum kan treffen. Daarop moet je voorbereid zijn, zodat je weet wat je moet doen. Je slaapt dan weer een stuk rustiger.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten