woensdag 9 juni 2010

Bestuurlijke verplichtingen en een onverwachte ontmoeting



Er zijn beroerder dingen in het leven dan vergaderen op een terras in de zon. Jongstleden zaterdag werd in Vlissingen de jaarlijkse ledenbijeenkomst gehouden van de Linschoten-Vereeniging – met dubbel “e”, want opgericht in 1908 – en voorafgaand aan deze bijeenkomst kwam het bestuur van de club nog even op een terrasje bij elkaar. En de lezer van dit blog raadt al wie er in dat bestuur zit.
De Linschoten-Vereeniging heeft als doel “de bevordering van de interesse voor en de kennis van het historisch reisverhaal”. Dat klinkt voor de meeste mensen niet bepaald naar zonnige terrassen. Voordat echter het karikaturale beeld van de stoffige archieven met beschimmelde folianten weer van stal wordt gehaald, moet ik toch wel even kwijt dat de Linschoten-Vereeniging niet de doorsnee-bejaardenclub is waarvoor historische verenigingen nog wel eens worden versleten. Toegegeven, de gemiddelde leeftijd ligt wat hoger dan bij Pinkpop of Lowlands, maar de vereniging kent een nog steeds groeiend en zich verjongend ledenbestand. Daarnaast slaagt de Linschoten-Vereeniging er in om jaarlijks een reisjournaal opnieuw uit te geven, voorzien van een inleiding door een ter zake kundig historicus, die het verhaal in zijn context plaatst en van nadere toelichtingen en aantekeningen voorziet. Regelmatige bezoekers van boekhandels zullen ze wel eens zien liggen.
De vereniging is vernoemd naar de Enkhuizenaar Jan Huygen van Linschoten (1562-1611), een van de eerste Nederlanders die er in slaagde om naar Azië te reizen. In India verzamelde Van Linschoten allerlei informatie over de handel in Aziatische producten. Toen hij in 1592 in Enkhuizen terugkeerde, stelde hij twee boeken samen: één over de route die men moest volgen om in Oost-Indië te komen en één over alle producten die er te krijgen waren. Die boeken hebben een grote invloed gehad op de inspanningen van de Nederlanders om de route naar Azië te vinden, waarmee de basis zou worden gelegd voor de welvaart in de Republiek in de 17de en 18de eeuw. Er is niet voor niets in de maritieme canon speciaal een venster aan Van Linschoten gewijd.
Na de vergadering was er gelegenheid voor de leden om lezingen bij te wonen en het Zeeuws Maritiem MuZEEum te bezoeken. Maar het leukst is toch altijd de borrel na afloop. Als secretaris van zo’n club heb je regelmatig contact met de leden, van wie je er een aantal via de mail beter leert kennen. Ledenbijeenkomsten zijn dan een goede gelegenheid om de mensen ook eens in levende lijve te zien en te spreken.
En als je dan ’s avonds langs de Westerschelde terugloopt naar het station en je ziet de schepen uit Antwerpen stroomafwaarts komen, op weg naar zee, dan is het leven toch zo gek nog niet – zeker als je nog een inspirerend voorbeeld tegenkomt voor een illustratie in het Piratenjaarboek!

Zie voor de Linschoten-Vereeniging en haar activiteiten: www.linschoten-vereeniging.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten