vrijdag 30 juli 2010

Gibt’s Seeraüber an der Mosel?




Als dan ook nog de kinderkamer van het gehuurde vakantiehuisje aan de Moezel – inderdaad: avontuurlijke vakanties zijn niet echt “ons ding” – opgesierd blijkt te zijn met prenten van zeerovers, dan weet je weer dat je al in mei had aangekondigd nog eens iets over het nieuwe jaarboek te schrijven. Het derde gezamenlijke jaarboek van het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam en het Maritiem Museum Rotterdam heeft de beeldvorming rond piraten en kapers als thema. Gaat het om het schuim der natie of om Robin Hoods met zeebenen, die het opnemen voor de onderdrukten in de samenleving? Diverse schrijvers hebben bijdragen geleverd waarin het begrip piraterij en kaapvaart in al zijn facetten wordt belicht. Bij die artikelen horen illustraties, want het boek moet er natuurlijk wel aantrekkelijk uitzien.
Het zoeken naar plaatjes is voor een groot deel de taak van de beeldredactie, die dit jaar wordt gevormd door Elisabeth Spits van het NSA en yours truly. Met zijn tweeën spelen wij voor “beeldenboer”. In eerste instantie worden de collecties van NSA en MMR doorgespit op toepasselijke plaatjes. Het jaarboek vormt tenslotte het visitekaartje van de beide maritieme musea, dus de collecties van Amsterdam en Rotterdam moeten ruimschoots aan bod komen. Maar ook uit andere collecties wordt geput. Beeldmateriaal wordt uitgezocht, besteld en zo nodig zelf gemaakt. Per artikel worden de meest toepasselijke afbeeldingen gegroepeerd en van bijschriften voorzien. Dan is er de rituele veldslag rond de omslagfoto’s, waarbij de marketingtechnische inzichten van de uitgever soms lijnrecht tegenover de opvattingen van de musea staan, het onvermijdelijke druk uitoefenen op de leveranciers van afbeeldingen die je niet zelf in de collectie hebt en het handhaven van de kwantitatieve balans in aantallen afbeeldingen. Het is tenslotte een gezamenlijk jaarboek.
Uiteindelijk komt dan alles samen in een ongetwijfeld prachtig boek, dat eind dit jaar zal verschijnen. Bent u vriend van één van beide musea of misschien zelfs wel van allebei? Dan hoort u er op afzienbare termijn meer over. Bent u nog geen vriend? Alle reden om het alsnog te worden!

woensdag 7 juli 2010

Tovenaar met papier




Wie de vierde verdieping van de kantoorvleugel van het museum betreedt, wordt verwelkomd met zachte klassieke muziek, die via de geopende deur van het restauratieatelier door de gangen zweeft. Dat atelier is het domein van papierrestaurator Frank Götz, die verantwoordelijk is voor het onderhoud aan de omvangrijke collectie “werken op papier”, de verzamelnaam voor tekeningen, prenten, kaarten, atlassen, menukaarten, kortom alles wat in het prentendepot aan het eind van de gang wordt bewaard. Papier is kwetsbaar en werken op papier vereisen dus goede zorg. Soms blijft de zorg beperkt tot een passepartoutje – uiteraard zuurvrij – soms gaat de zorg wat verder. Scheuren moeten worden gedicht, ontbrekende stukken moeten worden “aangevezeld”, etcetera.
Frank is een begenadigd verteller en kan uren uitweiden over zijn vak. Een enkele maal wordt hij geconfronteerd met een crepeergeval, waar hij als zijn kennis en kunde op los kan laten.
Zoals op de zwaar beschadigde tekening die gemaakt is aan boord van het onderzoeksschip ‘Willem Barents’, ter gelegenheid van het afscheidssouper van dr. W. Hamaker tijdens de derde Noordpoolreis van het schip in 1880. Een boeiend stukje huisvlijt van één van de opvarenden, die op onnavolgbare wijze een arabier met een kameel en een gevecht tussen een poolreiziger en een ijsbeer in één voorstelling heeft weten te verenigen. De tekening zag er overigens uit alsof het blad zelf ook met een ijsbeer had gevochten: de vellen hingen er letterlijk bij. “Gevalletje total loss”, zou je geneigd zijn te zeggen. Zo niet Frank: met engelengeduld en vaste hand heeft hij alle scheuren gedicht en er weer een toonbaar geheel van gemaakt. En nu maar wachten op een goede aanleiding om het blad een keer te kunnen exposeren!