maandag 22 april 2013

Werk aan de winkel


Wie mocht denken dat er nu helemaal niets meer aan boord van de ‘Buffel’ te doen is, komt bedrogen uit. De maandag na de sluiting was het gelijk al een drukte van belang. Er moest worden opgeruimd, allerlei dingen moeten worden vastgezet, vastgesjord of gezekerd voor de overtocht en de modellen en andere museumobjecten moeten tijdelijk van boord worden gehaald totdat het schip op zijn nieuwe ligplaats in Hellevoetsluis is afgemeerd.

Het schip zal eerst bij een Rotterdamse werf een dokbeurt ondergaan. Daarbij wordt de romp “geknipt en geschoren”: alle vuil en aangroeisel die zich in de loop van de jaren onder de waterlijn op de romp hebben vastgezet, zal worden verwijderd. Ook moet de romp in zijn geheel worden geïnspecteerd, want het gebeurt niet zo vaak dat je er bij kunt zonder een duikerpak aan te hoeven trekken.

Het gehele interieur moet in vele tientallen foto’s worden vastgelegd, zodat voor de bruikleengever – het Maritiem Museum – en de bruikleennemer – de nieuw opgerichte beheersstichting – duidelijk vastligt welke spullen zich precies aan boord bevinden en op welke locatie. Dat is met alle losse spulletjes in de officiershutten, de longroom en de werkplaats nogal een klus.

Het afscheid wordt ongewild gerekt, omdat het allemaal langer duurt dan voorzien voordat de kade in Hellevoetsluis gereed is om het schip te ontvangen. Daarom ligt de ‘Buffel’ nog steeds bij het Maritiem afgemeerd. Het gewone onderhoud loopt dus ook door en de technische dienst is de afgelopen tijd dan ook bezig geweest met het opnieuw in de verf zetten van de romp en de schoorsteen. Want al laten we de ‘Buffel’ met bloedend hart naar Hellevoetsluis vertrekken: ze blijft toch een beetje van ons en we blijven er wél zuinig op!

maandag 15 april 2013

Oude meesters en lekkere hapjes


Dé culturele gebeurtenis van de afgelopen maanden was uiteraard de feestelijke heropening van het Rijksmuseum. En zoals dat gaat bij dergelijke grote gebeurtenissen, werd in de afgelopen weken weer op pijnlijke wijze duidelijk hoe de maatschappelijke waterscheiding in cultureel Nederland liep tussen de mensen “die er toe doen” en de mensen die dat klaarblijkelijk niet doen. Om concreet te worden: tussen de uitverkorenen die een uitnodiging voor één van de vele voorbezichtigingen hadden ontvangen en zij die daarvan verstoken waren gebleven.

Tot zijn niet geringe verbazing (en niet alleen die van hem…) bleek yours truly tot de eerste categorie te horen. Zo mochten we met enkele collega’s de dinsdag voor de officiële opening met pakweg zo’n tweeduizend andere gelukkigen een kijkje komen nemen in “het Nieuwe Rijks”. Dankzij de zorgvuldig opgebouwde publiciteitscampagne waren de verwachtingen hoog gespannen en – believe you me – alle superlatieven bleken waar te zijn. Het veelbesproken grijs van de wanden was majestueus grijs, de Hollandse Meesters hingen weer in volle glorie te pronken, de kunstnijverheid stond gezellig tussen de kunst zonder nijverheid en in de zalen was het een soort doorlopende reünie van oud-collega’s van vroegere werkkringen en andere mensen die je soms in geen eeuwen had gezien. Sommigen bleken geen spat veranderd, anderen waren duidelijk op weg om zelf oude meesters te worden.

In het Atrium – dé revelatie van de renovatie – werden we gastvrij ontvangen door dames met aandachttrekkende hoedjes, die de inwendige mens verzorgden. Om de dichter Willem Kloos te parafraseren: Cultuur is mooi, maar je moet er wel iets te drinken bij hebben.

En uiteraard waren we nieuwsgierig naar de Marinemodellencollectie, die – na een marginaal bestaan van jaren in de oude presentatie – nu de ruimte krijgt in de speciale opstellingen in de kelder. Tussen de gewelven is de rijkdom van deze verzameling modellen en maquettes, het neusje van de zalm op maritiem gebied en het visitekaartje van negentiende-eeuws Hollands maritiem-technisch vernuft, royaal gepresenteerd. Een opstelling die in veel opzichten aan die in het Antwerpse MAS doet denken (maar dan mét glazen wanden en zonder de op de zenuwen werkende signaalbeveiliging) en die de liefhebbers doet watertanden.

We komen zeker nog vele malen terug in het Rijks, maar die sensationele ervaring dat je in je eentje voor het Straatje van Vermeer, voor de Staalmeesters en voor het Joodse Bruidje hebt gestaan, zul je als gewone bezoeker waarschijnlijk nooit meer hebben…


En uiteraard is niets menselijks ons vreemd. Het aanbod van een collega om ons voor de Nachtwacht op de foto te zetten, konden hoofd Informatiebeheer Ben en yours truly zich uiteraard niet laten ontglippen. Tóch jammer dat de flitser van de camera niet was uitgeschakeld: de suppoosten die op zaal stonden waren bepaald niet geamuseerd!

Zie voor meer informatie over het Rijksmuseum: www.rijksmuseum.nl.

maandag 8 april 2013

Vikingen en zeekastelen


Inmiddels weet heel Rotterdam en omstreken dat het Maritiem Museum een nieuwe tentoonstelling over cruisevaart heeft geopend. Tijdens het museumweekend namen ruim zestienhonderd bezoekers al een kijkje, die zich uitleefden bij de dekspelen, zich aan de hand van acteurs lieten meevoeren bij de droomwereld van de cruisevaart en hun ogen uitkeken bij de dansdemonstraties van de lindy hop – zoals die oude dame met rollator die de lindy hop misschien in haar jeugd ook wel had gedanst en die er eens goed voor ging zitten.

Zaterdagavond was het museum ook open, maar dan niet voor reguliere bezoekers. Net als vorig jaar organiseerde het Maritiem Museum onder de titel Dreamnight at the Museum een speciale openstelling voor chronisch zieke en gehandicapte kinderen en hun families. Het hele museum stond voor ze open en een groot aantal collega's verleende geheel belangeloos en op vrijwillige basis zijn medewerking. Alle fijne kneepjes van het maritieme vak werden de jonge bezoekertjes bijgebracht, van het maken van zeemansknopen, het “loden” van de diepte met een echt dieplood (vanaf de eerste verdieping naar de begane grond) en het tekenen van een scheepsmodel (nog lang niet zo makkelijk...), tot het maken van het langste maritieme schilderij van Nederland. In de hal stond een echte deck chair en een namaak palmboom en wie dat wilde kon, geschminkt en wel, als een echte cruisepassagier op de foto.

Behalve met jeugdige bezoekers en aanhang was het museum gevuld met vervaarlijk uitziende Vikingen. Die hadden weliswaar niets met cruisevaart te maken, maar pasten wel weer goed bij het thema piraterij van onze thematentoonstelling “Echte piraten”. Ze demonstreerden hoe er in de Vikingtijd leer werd bewerkt en hout werd gesneden, kleding werd vervaardigd en meer van die vreedzame karweitjes waarbij je nu niet direct aan Vikingen denkt. Ondanks hun vreeswekkende uiterlijk vielen ze in de omgang best wel mee.

Maar een Viking zou geen echte Viking zijn als hij niet af en toe lucht zou geven aan zijn diepere gevoelens. Met veel enthousiasme van beide partijen (Vikingen én kinderen) werd er geoefend in de primal scream – de Bloedstollende Originele Viking Oerkreet, die af en toe door het hele museum klonk. Met de boodschap om die Vikingkreet toch vooral thuis veel te oefenen goed in de oren geknoopt, keerden de bezoekertjes na afloop weer huiswaarts. Volgend jaar eens kijken of het oefenen resultaat heeft gehad!