woensdag 12 mei 2010

Piraten in het Marsdiep?



Te oordelen naar het weer was de herfstvakantie dit jaar vervroegd naar de eerste week van mei. Daarom bevond yours truly zich vorige week maandag aan boord van de veerboot van half tien van Den Helder naar Texel voor een weekje uitwaaien. Een straffe noordenwind blies om de oren, schuimkoppen bekroonden de golven en dat alles tegen een achtergrond van lucht en water in een combinatie van diverse tinten grijs.
In het Marsdiep was een marinefregat voor anker gegaan. Te oordelen naar het naamsein F804 was het Hr.Ms. ‘De Ruyter’, een Nederlands fregat van de Zeven Provinciënklasse en gebouwd in 2004. Zo’n onverwachte ontmoeting halverwege de overtocht maakt een hoop gedachten los, zeker als je behept bent met een zekere mate van maritieme beroepsdeformatie.
Uiteraard roept de naam De Ruyter al een wereld van maritieme grandeur op. Niet voor niets speelt Michiel de Ruyter zo’n prominente rol in de Maritieme Canon van Nederland, zoals te zien is in de tentoonstelling “Geen zee te hoog” in het Maritiem Museum. Daarnaast zijn er de voor de hand liggende verschillen in looks tussen de Hollandse tweedekker uit de tijd van De Ruyter en een begin 21ste-eeuws Nederlands marinefregat. Zo’n fregat is in feite een grote dichte drijvende doos, met een enorm aantal antennes en een vervaarlijk rondzwaaiende radar op het achterschip. Alleen het kanon op het voordek verwijst nog expliciet naar de bewapening aan boord; de rest van het gevaar schuilt benedendeks.
De ‘De Ruyter’ nam begin 2009 deel aan het World Food Programme voor de kust van Somalië en zal van juli dit jaar tot april 2011 afwisselend met haar zusterschepen de ‘Zeven Provinciën’ en de ‘Tromp’ worden ingezet bij operatie Ocean Shield. Deze operatie is bedoeld ter bescherming van de transporten over zee van noodhulpgoederen naar Somalië. Dergelijke transporten worden regelmatig aangevallen door piraten die in de Golf van Aden en de Indische Oceaan opereren. Bescherming van de zeevaartroutes voor humanitaire transporten en voor handelsvaart is dus noodzakelijk. De vraag is alleen: tegen wie? Zijn het “echte” piraten of zijn het wanhopige Somaliërs, die naar de wapens grijpen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien? Wat is een piraat eigenlijk? En daarmee komen we dan bij het thema van het derde gezamenlijke jaarboek dat eind dit jaar door het Maritiem Museum Rotterdam en het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam zal worden uitgegeven: de beeldvorming omtrent piraterij. Daarover echter meer in een volgend blog.
Nog één bespiegeling naar aanleiding van deze ontmoeting, eigenlijk meer een praktijkdemonstratie van maritieme tactiek. De lucht is blauw, de zee is blauw – over het algemeen dan – maar een marineschip is grijs. Hoe effectief die kleur is, bleek toen de veerboot tien minuten later bijna de haven van ’t Horntje op Texel had bereikt. In de richting van Huisduinen kijkend was de ‘De Ruyter’ al nauwelijks meer zichtbaar, opgeslokt in het grijs van de lucht en de zee.