vrijdag 29 januari 2010

Dat waren nog eens tijden!




Zondag 24 januari was het Nedlloyddag in het museum. De jaarlijkse bijeenkomst van oud-medewerkers van Nedlloyd vond ditmaal plaats in het Maritiem Museum en stond geheel in het teken van het ophalen van herinneringen aan vroeger. So what? zult u denken. Dergelijke bijeenkomsten staan toch altijd geheel in het teken van het ophalen van herinneringen aan vroeger? Vandaar dat ze zo populair zijn. Dat klopt, maar ditmaal zou ook het museum er zijn voordeel mee doen. Een heel leger van medewerkers stond in de startblokken om de wetenswaardigheden te noteren die bij de bezoekers zouden opwellen bij het aanschouwen van elkaar en van objecten uit de Nedlloydcollectie.
Het was een bijzonder geslaagde dag met ruim honderddertig oud-Nedlloyd’ers, van Groningen tot Goes, die de sneeuw en kou hadden getrotseerd om elkaar weer eens te ontmoeten.
In de Zadkinezaal werden Nedlloydfilms vertoond, oud Nedlloydtopman Rootliep haalde in de grote hal in een aangepaste versie van Klasgenoten gezamenlijk herinneringen op aan het glorieuze Nedlloydverleden en yours truly legde uit hoe je als bezoeker van de website Maritiem Digitaal commentaar, aanvullingen en correcties kunt toevoegen aan de objectbeschrijvingen. In de vergaderzaal werden oud-medewerkers van Nedlloyd geïnterviewd voor de camera en in de Bibliotheek wachtten de conservatoren vol spanning af of bezoekers nieuwe inzichten en nieuwe kennis over een aantal objecten zouden kunnen verschaffen.
En ze werden niet teleurgesteld: van de tien voorwerpen die uit het depot waren gehaald, waren er zeker vijf waarover iets te melden viel,hoewel de kenners elkaar wel eens tegenspraken. Zelfs voor de herkomst van het terra cotta tableau (zie het vorige blog) werd nog een suggestie gedaan. Een mooi uitgangspunt voor nader onderzoek.
Al met al een bijzonder geslaagde dag, met dank aan de mannen en vrouwen van Nedlloyd.

donderdag 28 januari 2010

Puzzel mee met B&B!




Af en toe is er binnen de afdeling Behoud & Beheer van het Maritiem Museum ook gelegenheid voor scheppende arbeid. Als voorbereiding op de jaarlijkse bijeenkomst van gepensioneerden van Koninklijke Nedlloyd – waarover later meer – was een selectie gemaakt van “onbekende” voorwerpen uit de Nedlloydcollectie: de collectie kunst- en historische voorwerpen van Nedlloyd en haar voorgangers, die sinds een jaar of zes in langdurig bruikleen bij het Maritiem Museum berust. Onbekende voorwerpen, in de zin van: het zit in de museumcollectie maar we weten er werkelijk niets van af.
Onder het motto “Draag uw steentje bij” was in de Nedlloyd Pensioenkrant van november een oproep gedaan aan oud Nedlloydmedewerkers om hun kennis te spuien over geheimzinnige voorwerpen uit onze collectie, geïllustreerd met enkele aansprekende voorbeelden. Deze oproep had al enkele goede suggesties opgeleverd, dus de verwachtingen waren hoog gespannen.
We waren met name benieuwd naar aanwijzingen omtrent de inhoud van een aantal metalen kratten, die al enkele jaren in een hoek van het depot stonden. In die kratten zaten stukken geglazuurde terra cotta fragmenten van – ja, van wát eigenlijk? Geen idee! De Nedlloyddag vormde een dankbare aanleiding om letterlijk het stro in te duiken en de inhoud van de kratten aan een nader onderzoek te onderwerpen.
En dat viel niet mee. Afgezien van de enorme troep die het uitpakken van zeven kratten met stro oplevert, bestond de oogst uit meer dan tachtig onderdelen van een soort kunstwerk, van nummers voorzien en vergezeld van een globaal schetsje waaruit je niet veel wijzer kon worden.
Er zat niets anders op dan alle stukken uit te leggen om te zien of er iets herkenbaars van kon worden gemaakt. De depotbeheerders sloegen met groot enthousiasme aan het puzzelen: de stukken werden op numerieke volgorde gelegd, delen werden aaneen gevoegd om vervolgens weer van elkaar te worden gehaald, passerende collega’s speculeerden driftig over aard, oorsprong en doel van het kunstwerk en vooral over wat het eigenlijk zou moeten voorstellen. Want dat was na een klein uur puzzelen nog steeds niet duidelijk. Tot overmaat van ramp bleek het ensemble niet compleet te zijn, zodat we aan alle kanten vastliepen.
Onze hoop was gevestigd op de oud-Nedlloyd’ers, die ons misschien wel uit de brand zouden kunnen helpen. Nog twee nachtjes slapen en dan zouden we het weten!

dinsdag 19 januari 2010

Bruikleenperikelen


Bruikleenverstrekking is een aparte tak van sport in museumland. Het Maritiem Museum handelt per jaar zo’n tachtig tot honderd bruikleenaanvragen af. Grote musea, kleine musea, allemaal weten ze de weg naar het Maritiem Museum te vinden voor het lenen van objecten voor tentoonstellingen met een maritiem tintje.
Zo ook het Historisch Museum Den Briel, dat voor de tentoonstelling Zeehelden op postzegels een aantal portretten van zeehelden wilde lenen. De Nederlandse filatelie heeft altijd een grote mate van historisch besef gekend, met als gevolg dat vele nationale zeehelden als Tromp, De Ruyter en Piet Hein met hun postzegel op een postzegel hebben gestaan. Het Brielse museum heeft daar nu een tentoonstelling aan gewijd en wilde graag een aantal prenten uit onze collectie lenen die als voorbeeld hebben gediend voor dergelijke postzegelreeksen.
Aangezien het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam vanwege de verbouwing van het Zeemagazijn een bruikleenstop heeft afgekondigd, was de aanvraag bij ons dubbel zo groot – maar liefst zestien prenten, een authentiek zeventiende-eeuws scheepsmodel en een schilderij stonden op het verlanglijstje van onze Brielse collega’s.

Voor de afhandeling van zo’n aanvraag komt meer kijken dan je zo op het eerste gezicht zou denken. Een museum is geen supermarkt, waar je je boodschappenwagentje vol laadt en bij de kassa afrekent. Het heeft meer weg van een ouderwetse bibliotheek met gesloten kasten en een bibliothecaresse (mét knotje) die je over haar halvemaanvormig brilletje streng aankijkt, je zuchtend het gevraagde boek overhandigt en je sissend de vraag toevoegt of je er wel voorzichtig mee zult zijn. Anders zwaait er wat!
In de regel zijn we bij bruikleenverstrekkingen wel wat vriendelijker, maar we gaan niet over één nacht ijs. Een aanvraag wordt behandeld in het collectieoverleg, de voors en tegens worden afgewogen, de aanvraag voor het authentieke, maar zeer kwetsbare scheepsmodel wordt afgewezen (sorry collega’s!), maar tegen het uitlenen van de overige objecten bestaat geen bezwaar.

Dat is stap één. Vervolgens worden de prenten uit de zuurvrije dozen en ladekasten gehaald. De prenten blijken niet alle in even optimale conditie te verkeren. Onze papierrestaurator kan het niet over zijn professionele hart verkrijgen ze zo maar in te lijsten, dus worden ze eerst gespoeld om het vuil van eeuwen er uit te krijgen. Scheuren worden hersteld, ontbrekende stukken worden aangeheeld en dan pas worden de prenten ingelijst. Dat is stap twee. Intussen is er intern overlegd over de te verzekeren waarden van de bruiklenen, over eventuele aanvullende bruikleenvoorwaarden, wordt er een bruikleenovereenkomst opgesteld, wordt er met de bruikleenaanvrager onderhandeld over de transportfirma die de bruiklenen mag ophalen, worden er afspraken gemaakt om een in bruikleen gevraagde film te laten digitaliseren en moeten de depotbeheerders de bruiklenen verpakken – stappen drie en vier. Het portret van Witte de With is op paneel geschilderd; daarvoor moet door het transportbedrijf een speciale kist worden meegenomen.
Stap vijf is het uiteindelijke ophalen van de bruiklenen en daarna is het aan de collega’s van het Historisch Museum Den Briel om voor de duur van de tentoonstelling goed voor de logees te zorgen.

Ga eens kijken als ze er hangen, “onze jongens”: de tentoonstelling Zeehelden duurt van 22 januari tot en met 9 mei aanstaande. Historisch Museum Den Briel, Markt 1, Brielle.

woensdag 6 januari 2010

Traditie


Van oudsher wordt bij de bouw van een schip een muntstuk onder de voet van de grote mast gelegd. Volgens de traditie moet de munt bij voorkeur stammen uit het bouwjaar van het schip en moet de waarde de rijkdom van de eigenaar weerspiegelen. Bij wrakvondsten kan dit gebruik een aardig hulpmiddel zijn voor de datering van het gevonden schip.
Deze traditie schoot me te binnen bij het verplaatsen van enkele ladekasten in het prentendepot, vooruitlopend op de installatie van de nieuwe stellingen. Onder de kast met antieke atlassen kwam een dubbeltje tevoorschijn, een tien centstuk uit het guldentijdperk en inmiddels ook alweer jaren niet meer in circulatie.
Het dubbeltje dateert uit 1965 en is waarschijnlijk een keer per ongeluk onder de kast geschoven. Als hulpmiddel bij de datering van het museumgebouw kan het in ieder geval geen rol spelen: in 1965 was er nog geen sprake van dat het Maritiem Museum ooit op de hoek van de Leuvehaven zou worden gevestigd. Al met al een bescheiden schatvondst, die niet direct aanleiding geeft om alle kasten in het depot van hun plaats te halen, in de hoop op verborgen kapitaal. Zoals we eigenlijk al lang weten, zit het echte kapitaal in de kasten: de objecten die getuigen van de rijke maritieme geschiedenis van Nederland.

Kastendans (2)



Half december konden we de kilootjes van het kerstdiner preventief wegwerken bij het transport van stellingkasten naar het museum. Dankzij een genereus aanbod van het Nederlands Fotomuseum kon het Maritiem een aantal overcomplete verrijdbare stellingkasten overnemen voor de herinrichting van het prentendepot. De enige voorwaarde was, dat we ze zelf moesten demonteren en moesten komen ophalen in de kelder van het vroegere gebouw van het Fotomuseum in de Witte de Withstraat. Een omgeving die met zijn vele gangen en gangetjes, een overmaat aan leidingen, donkere hoeken, gekoelde kluizen en vergeten plekjes heel goed zou kunnen dienen als decor voor een Engelse politieserie of Flikken Rotterdam. Alleen het lijk ontbrak nog.
Een van onze medewerkers heeft zich met zijn gereedschapskist opgesloten in de kelders van het Fotomuseum. Hij heeft zich daar helemaal uitgeleefd. Het resultaat: zeventien verrijdbare onderstellen van 2 bij 0,8 meter, tien rolcontainers vol met staanders, kruisschoren, planken en plankdragers en een krat met losse bouten en moeren. Bij elkaar een vrachtwagen vol.
Inmiddels is alles overgebracht naar de Leuvehaven en wordt er hard gewerkt aan de montage van de stellingen. Het speciale vloertje is al gelegd en de eerste stellingen zijn inmiddels gemonteerd. Als alles klaar is, kunnen de stellingen worden ingericht. Hopelijk zijn we dan – voorlopig – van het nijpende ruimteprobleem in het prentendepot verlost.