donderdag 12 november 2009

Pas op voor de hond




Als lokkertje voor de tentoonstelling “Beesten aan boord” staat bij de ingang van het museum een grote tijgerkooi. Wanneer je er langs loopt klinkt er een luid gegrom, dat al veel kleine bezoekertjes de stuipen op het lijf heeft gejaagd. Anderen zijn minder onder de indruk. Bij het verlaten van het museum zag ik een kleine hond – volgens de kenners een schnauzer – die met een lijn aan de tralies van de kooi was vastgelegd. Terwijl ik mijn camera pakte, sprong de hond in de kooi en ging op zijn gemak kennis maken met de bewoner. De teleurstelling was groot toen de tijger geen sjoege bleek te geven…

Technisch weer

“Technisch weer” is de inside term voor de noodzaak tot het verrichten van werkzaamheden buiten de deur. Volgens de cynici onder ons valt die noodzaak toevallig altijd samen met aangename weersomstandigheden, vandaar de uitdrukking. Vorige week was een week met veel technisch weer. Dinsdagmorgen zat ik – met druilerig weer overigens – in de inspirerende omgeving van een industrieterrein in een buitenwijk van Rotterdam, waar het Maritiem Museum een deel van zijn collectie heeft opgeslagen in een buitendepot. Naast de winkeldochters (die elk museum wel in zijn collectie heeft) is in dat depot sinds vorige jaar het grootste deel van de collectie scheepsbouwkundige tekeningen opgeslagen. Niet alle leden van het managementteam (MT) van het museum hadden de situatie sindsdien met eigen ogen gezien en ik mocht ze rondleiden.
Het verplaatsen van de scheepsbouwkundige tekeningen van het museumgebouw naar het buitendepot was de eerste fase in een grootscheepse herinrichting van het depot. Hoe meer je als museum verzamelt, hoe moeilijker het wordt om je collectie in het depot op te bergen. Herinrichting van de beschikbare ruimte is dan noodzakelijk. Aan zo’n herinrichting gaat veel reken- en tekenwerk vooraf, maar als het dan uiteindelijk allemaal blijkt te kloppen en binnen het budget valt, kun je tevreden zijn. Het MT was dat gelukkig ook.

Een doos vol spullen.


“Een doos vol spullen.” Zo noemde een oud-conservator van het Maritiem Museum Rotterdam de museumcollectie wel eens. En er zijn nogal wat spullen in het museum: meer dan vijfhonderdvijftig duizend objecten telt de museumcollectie. Kleine, soms onooglijke voorwerpen, zoals luciferdoosjes met reclame-opdruk van scheepvaartmaatschappijen. Grote tot zeer grote, zoals het museumschip ‘Buffel’. Voorwerpen die je nog niet eens cadeau zou willen krijgen, maar ook schilderijen en kaarten waarbij je voor de aankoopprijs ook een leuke middenklasser had kunnen rijden.
Voor al die voorwerpen moet worden gezorgd en dat is de taak van de afdeling Behoud & Beheer. Registratiemedewerkers, restauratoren en depotbeheerders doen hun best om de museumstukken in goede staat te brengen en te houden, ze te restaureren als dat nodig is en ze op een verantwoorde wijze op te bergen in het depot. Nuttig en noodzakelijk werk, maar niet bepaald sexy. Je merkt er pas wat van als het niet zou zijn gedaan. Als een bepaald voorwerp niet zou kunnen worden tentoongesteld of in bruikleen zou kunnen worden gegeven omdat het niet gerestaureerd is, of niet is terug te vinden in het depot. Werk dat je niet van de overkant van de straat af kunt zien, maar dat van vitaal belang is als je als museum je collectie voor komende generaties wilt bewaren. En dat ook een bron van inspiratie kan zijn voor een blog.